De kerk van Sinoutskerke


Het kerkgebouw te Sinoutskerke, net zoals zoveel middeleeuwse kerken een voorbeeld van baksteengothiek, viel in 1906 wegens bouwvalligheid onder de slopershamer. Het moet een uitermate fraai gebouw zijn geweest, waaraan een sacristie was gebouwd. Er zijn enkele foto’s van bewaard gebleven, die ondermeer een beeld geven van de uitwendig bijzonder fraai versierde rechte koorsluiting. In de kerk, die gewijd was aan Sint Maarten en de H Maagd, moeten zich heiligenbeelden bevonden hebben. De laatste jaren was er alleen in de zomer nog een kerkdienst. De torenklok en het schild gingen in 1906 naar de kerk van 's-Heer Abtskerke. De klok vanwege zijn mooie heldere toon. De klok is in de 2e wereldoorlog weggehaald en omgesmolten. Het kerkbestuur moest de vrijkomende grond na sloop van de kerk bestemmen als gemeentelijk begraafplaats en voor 99 jaar aan de gemeente verpachten. Het lijkenhuisje is in eerste instantie nog gespaard. Het was echter te bouwvallig, zodat het kerkbestuur een nieuw lijkenhuisje heeft laten bouwen. De gevelsteen van het oude lijkenhuisje werd boven de deur van het nieuwe huisje gemetseld. Na de sloop van de kerk was er sinds 1906 geen klok meer om te luiden. Dankzij particulier initiatief plaatste de gemeente daarom een klokkenstoel. Op 9 juli 2003 om 15.30 uur klonk voor het eerst sinds 1906 weer klokgelui in Sinoutskerke.

© Protestante Kerk 's-Heer Abtskerke links